In het tijdschrift ‘Spiegel der Zeilvaart’ 2020-9 staat het artikel “Boeier Tjet Rixt bij Van der Meulen”, met informatie over de misverstanden uit de periode dat de Tjet Rixt de naam Friesland had:

Lees het artikel > (op de website van SSRP)


Hét standaardwerk over de boeier is het boek van Dr. Ir. J. Vermeer getiteld ‘de boeier’.

In dit boek staat ook de boeier Friesland beschreven, die tegenwoordig bekend staat als Tjet Rixt en eigendom is van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen.

‘Vermeer’ schrijft dat Mr. J. Minnema de With van 1886 tot (waarschijnlijk) 1893 eigenaar was van de boeier Friesland.

Vermeer schrijft vervolgens:


De conclusie dat Gurbe Reitsma de zetschipper was op de boeier van Minnema de With blijkt niet te kloppen. Er waren namelijk 2 boeiers met de naam Friesland.

Hoe werd de tweede boeier Friesland ontdekt?

In het tijdschrift ‘Nederlandsche Sport‘ staat een bericht over een bij Croles te IJlst gebouwde boeier voor Gulbe Reitsma uit Sneek:

Bron: Nederlandsche Sport dd 29-5-1886


Vervolgens werd door de “Naamlijst Pleiziervaartuigen” uit mei 1888 bevestigd dat er twee boeiers met de naam Friesland waren:

  • Boeier Friesland, eigenaar Mr. J. Minnema de With, gebouwd in 1848 bij E.H. van der Zee
  • Boeier Friesland , eigenaar Gurbe Reitsma, gebouwd in 1886 bij O. Lantinga te IJlst


Verder onderzoek naar (de boeier Friesland van) Gurbe Reitsma

Gurbe Reitsma ( *3-10-1831 – † 4-5-1906) was een fabrikant in zilverwerken in Sneek. Dat maakt het direct al (financieel gezien) aannemelijk dat hij een boeier heeft (kunnen) laten bouwen. Hij had geld. Dat blijkt ook uit de lening in 1875 van f 4.000 aan Hendrik Reitsma (goud- en zilversmid te Leeuwarden). Het blijkt ook uit zijn testament, opgemaakt 21-9-1904. Gurbe was de oom van de beroemde zilversmeden Gebr. S. en H. Reitsma: Steven Reitsma (1862 – 1948 en Hendrik Reitsma (1870-1916). Zij zijn de grootste erfgenamen. In het testament wordt de boeier niet genoemd. die was dus waarschijnlijk al verkocht.

Ook interessant is de vergelijking van de handtekeningen van Reitsma.

  • De bovenste 2 handtekeningen van Gurbe Reitsma de fabrikant van zilverwerken
  • De onderste 2 handtekeningen van Gurbe Reitsma de boeier-eigenaar
Handtekeningen van Gurbe Reitsma. Van boven naar beneden: Akte lening (1875), Protest Zeilwedstrijd (22-6-1892, idem (13-12-1892), Testament (21-9-1904)

Uit de handtekeningen kan geconcludeerd worden dat de boeier-eigenaar Gurbe Reitsma dezelfde persoon is als de fabrikant van zilverwerken.

N.B. Bij de handtekening onder zijn testament was Gurbe 72 jaar oud, bij de andere handtekeningen was hij 44 en 60 jaar oud.

De boeier Friesland van Reitsma kwam begin september 1886 aan de start bij wedstrijden op de Zuiderzee van de Zeilvereeniging ‘De Zevenwolden’ te Lemmer:

Bron: Algemeen Handelsblad 11-9-1886


In 1891 komen bij een zeilevenement in Sneek de twee boeiers Friesland allebei in het verslag voor:

  • Mr. J. Minnema de With staat ingeschreven in Klasse II: boeiers, jachten met vaste roef
  • eigenaar G. Reitsma, Sneek is deelnemer van de sleep door de stad


In een boekwerk over de boeier Constanter staat een passage over de boeier Friesland van Gurbe Reitsma. Gurbe heeft protest aangetekend over de uitslag van de wedstrijden ter ere van het bezoek van Wilhelmina. Hij kreeg de 2e Premie toegekend (3e prijs), terwijl hij meende recht te hebben op de 1e Premie (2e Prijs):

Bron: De Friese boeier Constanter (1877-1977) door H.G. van Slooten, fragment pagina 55

Door de zeilwedstrijd op het Sneeker Meer op 20 juni 1892 tijdens het bezoek van Koningin Wilhelmina (bijna 12 jaar oud) en haar moeder de Regentes Emma weten we meer over de boeier Friesland van Gurbe Reitsma. Links de uitnodiging met vermelding van de prijzen.

Lees meer > (Artikel in Spiegel der Zeilvaart over de boeiers met de naam Friesland)



Gouden legpenning, uitgeloofd door Koningin Wilhelmina voor de zeilwedstrijd op 20 juni 1892. De medaille zit in een doosje van palmhout en is met rood fluweel bekleed. De bronzen medaille was toegekend aan Gurbe Reitsma, maar hij heeft de prijs uit protest nooit opgehaald:

De bronzen medaille en twee kristallen bloemvazen op zilveren voet.

Bron: Fries Scheepvaart Museum

Lees verder: Zoektocht naar de bronzen medaille >

Een verzoek bij de Koninklijke Zeilvereeniging Oostergoo (opgericht 1848) over dit protest leverde aanvankelijk niets op. Het oude archief was op dat moment spoorloos verdwenen. Uiteindelijk bleek het archief te staan in ca. 20 dozen in het depot van het Fries Scheepvaart Museum.

Het was een behoorlijke klus om alle dozen te doorzoeken, maar uiteindelijk zijn de notulen uit het jaar 1892 gevonden, inclusief de correspondentie over het protest. Als dank voor de toegang tot dit archief werd een inventarisatielijst opgesteld over de inhoud van de dozen.

Het protest van Gurbe Reitsma wordt afgewezen. Vervolgens ziet hij af van de prijzen die horen bij de 2e Premie. Die liggen wellicht nog ergens in een doos in Sneek!

Het bijzondere van de correspondentie is dat daarmee het bewijs wordt geleverd dat het gaat om Gurbe Reitsma, de fabrikant in zilverwerken. Hij noemt namelijk zijn bemanningsleden S. en H. Reitsma:

Fragment uit de protestbrief van Gurbe Reitsma

Na het negatieve besluit reageert Gurbe Reitsma met een korte brief, waarbij hij mededeelt dat hij de prijs niet accepteert:

Bron: Archief Zeilvereeniging Oostergoo

Dat het protest van Gurbe Reitsma veel stof deed opwaaien blijkt uit het feit dat het protest in 1932 weer wordt besproken in het Noordelijk Sportblad ’t Groentje:

Bron: Noordelijk Sportblad ’t Groentje. Linker kolom : Fragment artikel dd 19-4-1932. Rechter kolom: Reactie (Ingezonden stuk) dd 3-5-1932

In het bovenstaande artikel wordt gesteld dat Gurbe Reitsma na het teleurstellende resultaat van het protest “bedankte als lid van de Zeilvereeniging en van deze tijd af heeft de boeier en ook meerdere anderen in Friesland, niet meer in Sneek aan de wedstrijden deelgenomen.”

Eind april 1897 wordt de Friesland te huur aangeboden. Begin mei 1897 met de toevoeging “Is ook uit de hand te koop”. Gurbe Reitsma was toen 65 jaar oud.

In 1902 wordt de Sneeker Zeilclub (S.Z.C.) opgericht:

Bron S.Z.C.-vlag (1925): Fries Scheepvaart Museum

Na 10 jaar afwezigheid in de uitslagen in kranten en tijdschriften komt G. Reitsma toch weer ‘in het nieuws’ bij de onderlinge wedstrijden van de Sneeker Zeil Club (S.Z.C.) in 1902 en 1903.


Bron: Leeuwarder Courant 23-9-1902


Bron: Leeuwarder Courant 30-6-1903

Drie weken later heeft G. Reitsma weer deelgenomen aan een onderlinge wedstrijd van de S.Z.C.:

Bron: Leeuwarder Courant 21-7-1903

Dit is wel bijzonder, want G. Reitsma was toen al 71 jaar oud.

N.B. De in het artikel genoemde T. Stam was de vader van Heppie Stam, de eerste eigenaar van mijn m.s. Moente


Na het overlijden van Gurbe Reitsma op 4-5-1906 staat op 6 juli 1906 deze advertentie in de Leeuwarder Courant, waarbij o.a. het ‘jachthuis’ (schiphuis) te koop wordt aangeboden:

Bron: Leeuwarder Courant 6-7-1906

Foto’s

Helaas, helaas is het (tot nu toe) niet gelukt om een foto te vinden van de Friesland van Gurbe Reitsma.

Onderstaand enkele foto’s, die in aanmerking komen. Onzeker, maar zou dit de Friesland van Gurbe Reitsma kunnen zijn ??

Bron: onbekend

Op deze afbeelding (uit 1900) zou de boeier de Friesland op de achtergrond zichtbaar kunnen zijn, maar dat is zeer onzeker.

Bron: Fries Scheepvaart Museum [FSM001017645]: Sneek – zeilen -1900

Dezelfde foto, ingezoomd: Op het achterschip zien we de eigenaar? (met hoge hoed):


Conclusie

Gurbe Reitsma was niet de zetschipper op de boeier Friesland van Mr. J. Minnema de With.

Gurbe Reitsma was zelf ook eigenaar van een boeier met dezelfde naam: Friesland.

De conclusie is gebaseerd op:

  • Bericht bouw boeier voor Gurbe Reitsma (1886) in Nederlandsche Sport
  • Vergelijking handtekeningen van Gurbe bij zeilwedstrijd en aktes (lening en testament)
  • Gurbe Reitsma was een vermogend man, zelf in staat om een boeier te bezitten
  • Het protest bij de zeilwedstrijd in 1892
  • Deelname aan onderlinge wedstrijden S.Z.C. (Minnema de With was lid van Oostergoo)

Tjet Rixt (ex Friesland)

Over de andere boeier Friesland , de nog bestaande en (vanaf 1909) Tjet Rixt genaamde boeier:

Dirk Huizinga heeft een boek geschreven over deze boeier: “Tjet Rixt en haar mannen”

Het boek is te bestellen (én gratis te downloaden) via www.dirkhuizinga.com

In het artikel ‘Boeier Tjet Rixt bij Van der Meulen‘ in ‘Spiegel der Zeilvaart’ 2020-9 staat informatie over de onderhoudsbeurt van deze boeier, maar wordt ook de ontdekking van een 2e boeier met de naam Friesland beschreven . Lees het artikel > (op de website van SSRP)

Het Historisch Centrum Leeuwarden heeft 2 bijzonder fraaie foto’s van de Friesland van Minnema de With in de collectie. Dat is dus de huidige Tjet Rixt.

Omdat de foto niet superscherp was mocht ik (bij uitzondering) zelf het origineel digitaliseren. Met een prachtig resultaat. Nu zijn opeens veel meer details zichtbaar. Zo is te zien dat de Friesland gewoon vast lag aan een meerlijn, die door de fotograaf is geretoucheerd. “Photoshop” anno 1886!

Verschil tussen de verbeterde digitalisering en de ‘oude’ HCL-versie

Omdat de foto niet superscherp was mocht ik (bij uitzondering) zelf het origineel digitaliseren. Met een prachtig resultaat. Nu zijn opeens veel meer details zichtbaar. Zo is te zien dat de Friesland gewoon vast lag aan een meerlijn, die door de fotograaf is geretoucheerd. “Photoshop” anno 1886!

Onderstaand de foto van de boeier Friesland van Minnema de With in de de verbeterde resolutie:

Onderstaand de foto van de boeier Friesland van Minnema de With in de de verbeterde resolutie:


Een derde boeier Friesland

Uit onderzoek blijkt dat er nog een derde boeier heeft bestaan met de naam Friesland, ex-Bato van de Gebr. Bakker uit Amsterdam.

In de databank (Liggers) van de Scheepsmetingsdienst komt de volgende boeierjacht Friesland voor:

Datum Meting: 17-10-1913 (A3620 N), Gebr. Bakker te Amsterdam, Gebouwd bij v.d. Zee Joure (1890), Maten 12.95 x 4.10 (24.073 ton)

Latere meting van het zelfde schip:

Datum Meting: 4-6-1935 (G 4112 N), Eigenaar: D. Boomsma te Sneek, Gebouwd bij v.d. Zee te Joure (1890), Maten 12.98 x 4.15 (17.541 ton)

Fragmenten uit liggers Scheepsmetingsdienst

<<<wordt vervolgd>>>