In het tijdschrift ‘Spiegel der Zeilvaart‘ is in nummer 2022-2 (verschenen op 18 februari 2022) en 2022-3 (verschenen op 25 maart 2022) gepubliceerd “Bootroof, Gevorderde en gerepatrieerde zeiljachten“, deel 1 en 2.
Bootroof (deel 3)
De delen 1 en 2 van het artikel ‘Bootroof’ zijn geschreven terwijl door corona een aantal archieven niet toegankelijk waren. Inmiddels zijn deze beperkingen gelukkig opgeheven. Dat heeft inmiddels al veel extra informatie opgeleverd voor een vervolg-artikel over ‘Bootroof’, in Spiegel der Zeilvaart en/of op deze website. SCH 28-3-2022
.
Een reactie op de artikelen wordt gewaardeerd. Stuur een reactie >
.
Aanvullende informatie over het artikel (deel 1) [SdZ 2022-2]:
Aanvulling deel 2 [SdZ2022-3] >
.
.
Aanvullende informatie op het artikel in ‘Spiegel der Zeilvaart’ 2022-2:
.
In het artikel in ‘Spiegel der Zeilvaart’ staat: Kapitein-Luitenant ter Zee C.J.W. ‘Jumbo’ van Waning en Ir. Jan Loeff kwamen op het idee om in Duitsland te gaan zoeken naar gestolen jachten:
.
Het 75m2-jacht Muschka van A.H. Verkade werd door de Duitsers gevorderd en teruggevonden in Cuxhafen door J.H. Coolhaas en Baron van Höevell:
De voormalige eigenaar A.H. Verkade was directeur van de koekjesfabriek Verkade. In het verslag van Coolhaas/van Höevell wordt daar een grap over gemaakt:
Meer informatie over de Noord-Holland van Rijkswaterstaat: lees meer >
Om de brochure “De Noord-Holland onder zeil” te downloaden >
Bouwjaar van de Noord-Holland
In het bijschrift bij de foto staat: ‘ … Het bouwjaar van dit als jacht gebouwde schip is onbekend’.
Dat klopt, maar de volgende jaartallen staan in de brochure uit 2006: De Noord-Holland lag in 1913 al een tijdje te wachten op de eigenaar, maar die kwam het schip niet ophalen. Vanaf 1915 is het schip in dienst bij Rijkswaterstaat.
In de krant Scheepvaart dd 31-12-1914 is terug te vinden bij “Schepen in aanbouw”
In de krant Scheepvaart dd 31-12-1915 is terug te vinden bij “Te water gelaten”:
.
In het artikel (‘Spiegel der Zeilvaart’ 2022-2) staat het sterke verhaal dat staat beschreven in het boek VOOR DE WIND. Hendrik Voordewind weet in de jachthaven in Loosdrecht te voorkomen dat zijn visaak Dolphijn in beslag wordt genomen.
.
De fam. Tims krijgt zelfs twee keer te maken met de vordering van schepen door de Duitsers. In 1941 wordt hun motorjacht Vabene in beslag genomen. In 1945 wordt de tweemast-tjalk Sterna weggesleept, met moeder Tims, dochter Greet en de ondergedoken zoon Jan aan boord!
Lees het hele verhaal van Greet Tims (vanaf pagina 17) in Kaagnieuws > (december 2020)
.
De eerste zoektocht in Duitsland wordt uitgevoerd door J.H. Coolhaas en Baron ‘Wim’ van Höevell. In het artikel staat een beknopt levensverhaal van deze heren.
.
H.M.S. Royal Rupert
In het artikel in ‘Spiegel der Zeilvaart’ staat beschreven hoe J.H. Coolhaas en Baron van Höevell een bespreking hebben met Commander Cox aan boord van H.M.S. Royal Rupert in Wilhelmshaven, het schip op de onderstaande foto met de ‘gangway’ met onbekende personen.
Reactie op het artikel in Spiegel der Zeilvaart door Jan Paul Loeff over de Goetzee en de Maria:
In 1939 liet mijn vader, Ir Jan Loeff, bij Huisman de Vollenhovense Bol Goetzee bouwen. Hij lag daar in de oorlog mee in Loosdrecht bij de Vereeniging (KWVL voor outsiders). Het schip was toen dus nagelnieuw.
De Goetzee heeft de oorlog overleefd doordat de bezetter niet echt in dit soort scheepjes geïnteresseerd was. Die waren niet “rassich” genoeg. In het laatste oorlogsjaar kwam de havenmeester van de Vereniging (KWVL) in Loosdrecht, Hoekzema, naar mijn vader met de boodschap: ‘Er draait een begerige mof om het schip heen. Zal ik de Goetzee maar niet onvindbaar maken op de plas?’ Aldus geschiedde en mijn vader heeft nooit geweten waar de Goetzee dat jaar gelegen heeft. Op die manier kon hij het ook niet verraden en hij vertrouwde Hoekzema volkomen. Het schip zal vermoedelijk in de Kievietsbuurt gelegen hebben, een deel van de plas met legakkers vol wilgenbosjes waar eigenlijk nooit iemand kwam, de Duitsers dus ook niet.
Deze tekst is onderdeel van het artikel “Vollenhovense Bol Goetzee, zeventig jaar liefde” door Jan Paul Loeff in ‘Spiegel der Zeilvaart’ 2011-4
Foto: De Goetzee klaarmakend voor de Flevorace in 1940 toen er nog op open water gevaren mocht worden. (Foto: NV Vereenigde Fotobureaus)
.
Jan Paul Loeff: Mijn grootvader, Jan van Tijen, was minder fortuinlijk. Zijn bakdekjachtje van Navis, de Maria, werd gestolen en is na de oorlog niet meer teruggevonden. Hij had het scheepje in 1937 gekocht of laten bouwen, dat is me niet duidelijk geworden. Mijn moeder heeft er als ik de foto’s moet geloven veel mee gezeild. Wat mij als kleinzoon rest is een stapel foto’s en een mooi halfmodel.
.
Reactie op het artikel door Gerrit van der Pluijm over de Corabia II en de Olivier van Noort
Gerrit van der Pluijm is familie van de jachtschippers A.P. en A.G. van der Pluijm, die schipper waren op (onder andere) Corabia II, Olivier van Noort en Zwerver. De toegestuurde foto’s komen in deel 2 van het artikel en bij de aanvullende informatie op deze website. Publicatiedatum: 25 maart
.
Reactie op het artikel in ‘Spiegel der Zeilvaart’ door Jan Bernard over de Modalimar
In het artikel wordt de Modalimar genoemd van J.M. de Booy. Omstreeks 1970 is de kanoheksloep in het bezit van de familie Bernard gekomen en is vanaf 1990 eigendom van Jan Bernard met vaargebied Londen-Helsinki. De ligplaats is nu Gaastmeer. De 10 meter lange Modalimar is gebouwd in 1938 bij G. de Vries Lentsch (hout op stalen spanten) en staat nog steeds in het KMJC-jachtregister.
.
Reactie op het artikel in Spiegel der Zeilvaart door Joos Grapperhaus van de lemsteraak Salamander
Geachte heer Schermerhorn,
Uw artikel in de Spiegel heb ik met veel belangstelling gelezen. Zelf ben ik sinds 2015 eigenaar van de lemmeraak Salamander. Schip is in 1912 vanuit Lemmer geleverd aan familie Herfurth in Antwerpen en heeft een hele rijke historie. Het diende als vluchtschip in WOI en vervolgens in WOII waarschijnlijk door de Duitsers vanuit De Maas in Rotterdam meegenomen naar Berlijn, waar het naar verluidt aan de Wansee heeft gelegen als ‘hospitaalschip’. In 1961 is het schip door een Nederlander gekocht van ene Fritz Wiebke in Hamburg. Zo kwam het terug in Nederland. Van de oorlogsjaren tot 1960 is niets bekend…
Naast de jachten die u in het artikel beschrijft zijn er volgens mij ook veel platbodems gevorderd. Hebben die ook uw aandacht?
Met vriendelijke groet,
Joos Grapperhaus
Foto: De Salamander in 1913 (Jaarboekje Société Royale Nautique Anversoise)
Antwoord op de vraag van Joos Grapperhaus: Deel 2 van het artikel gaat vooral over de grote zeegaande jachten die geroofd zijn in WO2. De platbodems krijgen zeker ook alle aandacht tijdens het onderzoek.
N.B. De lemsteraak Salamander is recent compleet gerestaureerd. De fam. Grapperhaus ontving voor deze restauratie de W.H. de Vosprijs 2020.
.
Aanvullende informatie op deel 2 [SdZ 2022-3]:
‘Spiegel Der Zeilvaart’ 2022-3 is verschenen op 25 maart 2022
Correctie:
In het artikel staat: ‘Medio 1947 stopten de zoekacties‘. Dat moet gelezen worden als ‘Medio 1947 stopten de zoekacties van Tom Kasemier‘. De zoekacties werden toen voortgezet door Ajan Westermann, vanuit een kantoor in het Hapag-gebouw in Hamburg. 28/3/’22
Hermann Göring (2e man na Hitler in Nazi-Duitsland) kwam in Rotterdam de resultaten van het bombardement bekijken. Ook bezocht hij het Zuiderziekenhuis om gewonde Duitse soldaten op te zoeken. In het artikel staat beschreven hoe hij tijdens de lunch in de Veerhaven zijn oog liet vallen op het zeiljacht Zwerver van W.N.H. van der Vorm.
.
Zoekplaatsen in Duitsland
In deel 1 en in deel 2 worden de zoektochten beschreven. De belangrijkste zoekplaatsen in Duitsland staan vermeld op deze kaart:
Tom Kasemier
In het artikel staat hoe Tom Kasemier (1912-2005) op jacht ging in Duitsland naar de tijdens de oorlog geroofde Nederlandse schepen.
.
Tom Kasemier werd in Hamburg gestationeerd aan boord van het door de Duitsers geroofde schip van de Nederlandse Marine, Zr. MS. Schorpioen, dat na de oorlog weer terug is gesleept naar Den Helder.
Lees meer over Tom Kasemier >
.
‘De Britse marineofficieren hadden een fijne neus voor de mooie jachten van de Duitse marine… Ze waren niet egoïstisch, zodat Tom Kasemier een jacht mocht uitkiezen voor de Koninklijke Marine Jacht-Club (KMJC)’. Dat werd de Fortuyn II :
.
In deel 2 (SdZ 2022-3) staat ook het verhaal hoe de Draak H133, genaamd Eicheo, vanuit Duitsland bij de Koninklijke Marine Jacht-Club terecht is gekomen.
Bron onderstaande informatie: website ‘draakzeilen’
.
Piet Hein
In het artikel worden ook de financiële aspecten beschreven. Meestal moest er nog een fors bedrag betaald worden aan de Nederlandse staat om het schip terug te krijgen. Met uitzondering van het Koninklijk Huis. Prins Bernhard regelde een forse schadevergoeding:
.
Over de geschiedenis van de Piet Hein bestaan 2 versies. Volgens Vrij Nederland werd de Piet Hein door de Duitsers in Nederland gebruikt. Andere bronnen, zoals de Maasbode, meldden dat de Piet Hein in Kiel werd terug gevonden:
.
.
Windekind
Na terugkeer uit Duitsland werd de yawl Windekind compleet gemoderniseerd op de scheepswerf van eigenaar C. van der Giessen. Hierbij een foto vóór en na de restauratie:
.
Bron: (Maasnieuws 2011-2)
.
Olivier van Noort
Het zeegaande jacht Olivier van Noort van Albert Goudriaan werd geroofd en teruggevonden. Na de oorlog kwam dit jacht nog jarenlang voor in de wedstrijduitslagen, zoals de Fastnet-Race in 1961.
De Olivier van Noort is bij een volgende eigenaar in juli 1976 vergaan nabij Oporto:
De familie Goudriaan werd dubbel getroffen door de roofzucht van de nazi’s. Ook het motorjacht Nymphaea van Goudriaan sr. werd in beslag genomen: Op de website van Dick Pels, de eigenaar sinds 1979, lezen we: ‘In 1941 wordt het schip gevorderd door de Duitse Kriegsmarine. In 1945 keert het in Nederland terug om verkocht te worden aan het loodswezen van Den Helder. Daar doet het onder de naam Onrust tot 1950 dienst als inspectie- en hulpvaartuig betonning‘.
Zwerver
.
Corabia II
Het zeiljacht Corabia II van Mr. J. Kars keerde zwaar beschadigd terug uit Duitsland. Hier de unieke foto’s van het transport.
.
Na de restauratie bij ‘De Vlijt’, waar het schip ook gebouwd was, heeft J. Kars een boek aangeboden:
.
De Sixhaven speelde een belangrijke rol bij de repatriëring van de schepen. Baron van Höevell woonde bij de Sixhaven en Tom Kasemier woonde op zijn tjalk, die in de Sixhaven lag.
Bootroof (deel 3)
De delen 1 en 2 van het artikel ‘Bootroof’ zijn geschreven terwijl door corona een aantal archieven niet toegankelijk waren. Inmiddels zijn deze beperkingen gelukkig opgeheven. Dat heeft inmiddels al veel extra informatie opgeleverd voor een vervolg-artikel over ‘Bootroof’, in Spiegel der Zeilvaart en/of op deze website. SCH 28-3-2022
Aanvullende informatie op deel 1 [SdZ 2022-2] >
Overzicht publicaties >